‘Ik zag mezelf mijn broer mijn ouders. En daar kwam de moeder aanrennen. Schreeuwde dat ze iets moesten doen. Hem moesten redden. De dieren loeiden van opwinding. Het paard hinnikte doden doden.’
Het verhaal van een zus, Jana Kippo, die in een sneeuwstorm terugkeert naar ‘Het Hoge Noorden’, haar ouderlijk huis, waar haar tweelingbroer, die iedereen Broer noemt, zich dood drinkt, denkt ze. Beetje bij beetje ontdek je wat er aan de hand is.
‘Hij weet niks van mij. Ja behalve dat ik een vadermoordenares ben maar dat weet iedereen. Ja zei mijn broer dat weet iedereen. Behalve dat hij niet stierf.’
Dat Jana als kind haar vader probeerde te vermoorden met een hooivork, bijvoorbeeld.
Dat Broer daar uiteindelijk in slaagde en bij haar werd weggehaald. Dat ze nu een relatie begint met een schilder, die als 10-jarige zijn oudere broer zag omkomen in een hooizolderbrand. Dat schuldbesef, dat trauma.
‘Ik schilder om te begrijpen. Dat is de enige reden dat ik schilder. Ik schilder me naar de binnenste kern van mijn geheugen toe. En nu schilder je je naar de binnenste kern van mijn herinneringen toe zei ik. Onze herinneringen ik was er tenslotte ook bij. Ik hoop dat je veel rode verf op je palet hebt zei ik.’
Dat ze werk vindt bij de thuiszorg en zieke, dementerende oudjes gaat verzorgen: wassen en douches en luiers verversen en eten serveren en zalfjes insmeren.
Dat ze mee gaat jagen met een groep mannen en zij, roofdier, weigert om op elanden-met-kleintjes te schieten.
De taal van de zwijgenden
Elke mens, elk personage lijkt hier wel beschadigd, fysisch of psychisch. Het gevolg van zo’n gesloten gemeenschap? Er wordt veel gezwegen.
‘Sommigen weten alles en ze zwijgen. Soms is het een voordeel.’
En: ‘Soms is die stilte niet in staat om naar nieuwe woorden te zoeken.’
Dat onuitgesprokene maakt de relatie tussen Jana en John intens: niet alles moet voortdurend uitgelegd, verklaard worden. Hoewel het daar tenslotte toch toekomt. En niet iedereen blijkt te zijn wie hij beweert te zijn.
Ja, ‘Mijn broer’ is een donker verhaal, – de Scandinavische natuur in het hoge noorden – naturalistisch zeg maar met gewelddadige taferelen, maar als schijnbare tegenstelling tegelijk ook liefdevol. Een luisterrijk verhaal, een leesrijk verhaal. In een snelvaart en een meesterlijke zeggingskracht die je als lezer buiten adem laat. Smirnoffs schrijfstijl is daarin bepalend. Buiten een punt gebruikt zij bijvoorbeeld geen leestekens. De punt de onderbouw blijft bestaan. Een rauw punt rouwpunt. Dat maakt haar zinnen tot pure spreektaal, vaak ook met slechts half uitgesproken gedachten, zinnen die plots eindigen. Afbreken. Zoals mensen praten.
Mokerslag
Oppassen met boude beweringen en superlatieven, maar Mijn Broer is ronduit indrukwekkend. Een verhaal over een brute, gewelddadige vader die zijn kinderen terroriseert, mishandelt en misbruikt, klinkt op zich al méér dan mis. En is niet nieuw. Er zijn zwijnen onder de mensheid. Dat besef dus.
Maar hoe! Hoe Smirnoff dit vertelt, ‘de stomp in de maag’ zoals de uitgever dat noemt, hoe ze flashbacks verweeft in het leven van vandaag, de wrange jeugdherinnering – ‘de teleurstelling weergalmde tot in het heden’ – hoe ze een uitgekiend ritme hanteert dat je als lezer even op adem laat komen, hoe ze dit verhaal als een mokerslag opbouwt en reconstrueert, het is authentiek en ontzagwekkend. Je bent er zó – meteen – ondersteboven van.
‘We waren geen liefhebbende familie. We waren slechts genendragers die nageslacht op de wereld zetten en deden wat gedaan moest worden. Meestal op de slechtst denkbare manier en met pover resultaat.’
Sommige boeken lees je met een glimlach op de lippen, dit lees je met toegeknepen mond. En hoe je na de laatste bladzijde dit boek even vast houdt met een ronding om de lippen: de O van bewondering.
—
Karin Smirnoff is inmiddels de nieuwste Scandinavische literaire sensatie – haar JanaKippo trilogie verkocht 600.000 exemplaren – het is wachten op verdere vertalingen.
Smirnoff staat meteen op mijn ‘verrekijkerslijstje’: schrijvers om in het oog te houden.
_________________
Mijn broer – Karin Smirnoff
Uitg. Querido – Vert. Bart Kraamer
Paperback – 333 blz -€22,50
isbn: 978 90 214 215 68
Een gedachte over “De taal van zwijgenden”