‘Als soort is de mens veranderlijk in gewoontes en gedrag. Niet in de laatste plaats wat aanpassing betreft. De meesten wonen al in gebieden waar geen leeuweriken of roodborstjes zitten. Tegenwoordig zijn er al veel mensen die geen wilde zwanen zien – of horen! -wanneer die pauzeren op hun weg naar het noorden.
“De boerenzwaluw, de koperwiek, de witte kwikstaart, de leeuwerik, de roodborst.. – zouden de mensen het merken als ze verdwenen?
… ik weet dat je somber bent, zei ze, dat mag. Maar wanhoop niet!’
Ik schrijf niet van elke boek dat ik lees mijn zogenaamde ‘leeservaring’. Alleen wanneer ik een zin of alinea zie die me ‘triggert’, die ik sprekend mooi vind. Zoals bovenstaande. Dat wil ik dan delen.
Een oude jager verliest zijn streken niet, zou je denken. Maar Ulf Norrstig, boswachter en jagermeester, begint meer en meer twijfels te hebben over het bestaande bosbeheer – de kapactiviteiten – en de jacht die bedoeld is om het dierenbestand onder controle te houden.
Sommigen jagen namelijk te graag.
Op een dag ontdekt hij sporen van een wolf en hij kijkt met de verrekijker recht in de ogen van het indrukwekkende beest in de verte. Het oogcontact raakt hem diep en zet hem aan het denken over het leven, zijn huwelijk en de beslissingen die hij nam. De empathie met de wolf levert hem wolvenkoorts op: hij wordt haast ziek wanneer hij beseft dat de wolf door meedogenloze jagers doodgeschoten zal worden.
‘Dat ik een wolf had gezien was het enige wat ik nog had in een grauwe wereld, vond ik. Het enige wat ik helemaal voor mezelf had.’
Ulf – zijn naam betekent wolf – gaat zich voorstellen hoe de wereld er uitziet als je een mannetjeswolf bent, op zoek naar een vrouwtje of een prooi. Dat doet Ulf nadenken: Alles verandert! Ik leefde een normaal leven. Tot ik die wolf zag. Ik zag hem en daarna was mijn leven niet meer normaal. Ik begon mijn eigen redenen ter discussie te stellen. De reden om te doden. De reden om hout te kappen volgens een plan.’ Het wilde woud wordt door mensenhanden ‘georganiseerd’, het is veranderd in een productiebos. ‘Bestrijdingsmiddelen spuiten over alles wat bladeren kreeg, dat kon je geen rooien noemen. Dat was gewoon een ramp.’
‘Ik wist wat ik dacht: dat wij de wereld veroveren. Dat we daar één giftige en ontboste gemeenschap van maken. We maken leven in zee en in de bossen dood, en ik wil niet meer meedoen.’
Mooi is de steun die Ulf krijgt van zijn liefhebbende echtgenote: ontroerend en een lichtpunt in zijn leven, ook al vertelt hij haar niet meteen alles.
‘De nevels hingen in de vallei aan de voet van de heuvelrug. Soms bewogen die als er een windvlaag kwam. Dan zei oma dat de elfjes dansten.
Ja, ja. Het kan geen kwaad om het leven een beetje mooier te maken dan het is.’
In Zwart water, haar wereldwijde bestseller uit 1993, koppelde Kerstin Ekman ook al een verhaal aan filosofische thema’s: een moord op een kamperend koppel in een tentje, een afgelegen besloten gemeenschap tegenover de elementen waartegen de betrekkelijk weerloze mens zich te weer moet stellen. En dat dan allemaal in beeldend en sfeervol proza. Ekman is dan ook de Grand Dame van de Noorse literatuur.
Met Wolvenkoorts slaagt ze erin om als 90-jarige haar literair testament na te laten voor een groot publiek: indrukwekkend en waardevol!
_______________________
Wolvenkoorts – Kerstin Ekman
Uitg.: Ambo Anthos – vert.: Janny Middelbeek-Oortgiesen
Hardback – 192 blz – €22,99
Isbn: 978 90 263 599 41