‘Alles lijkt hier door anderen op maat gemaakt, op mensenmaat, waardoor je eigenlijk geen idee meer lijkt te hebben hoe de echte wereld er ook alweer uitziet.’ Ruimte? Vanaf mijn balkon kijk ik uit op een lapje grond waar ze tweehonderd nieuwe woningen inplanten.
Maar in de natuur van Noorwegen weet je het meteen: de wereld is enorm, wild, ruw en spectaculair. Daar te zijn is een verademing, een bevrijding.’
Iedereen droomt wel eens van een andere plek, het groenere gras aan de andere kant van de heuvel. Irwan Droog schreef daarover zijn verhaal neer: zijn vertrek naar een klein eilandje in de poolcirkel, Selvær. Hij bracht eerder al een zomervakantie door in Noorwegen en maakte recent nog een reis naar Spitsbergen: ‘een eiland, een Noors eiland, een mooiere plek kon ik me niet voorstellen’.
Noorwegen betekende voor hem bergen en sneeuw, elanden en roofvogels, fjorden en bossen, en ja, het noorderlicht. Al durfde hij nooit hopen dat hij dat zou zien. Terwijl uiteindelijk, daar, ter plaatse, droom en werkelijkheid samenvallen. Hij staat er een tijd met z’n handen in z’n zakken naar grazende schapen te kijken, mensen die hij in de winkel ontmoet brengen hem steeds weer wat nieuwe Noorse woordjes bij, hij stapt niet meer in auto’s maar in bootjes. En vergaapt zich ’s avonds aan de zonsondergang, de sterrenhemel, de donkere horizon, het felle schouwspel aan de hemel…
Hij deelt die droom met zijn vriendin Kim, die ook al langer uitkeek naar een leven buiten de stad, in een kleinere gemeenschap. Minder mensen maar persoonlijker en intenser contacten.
‘Zal dat aanvoelen als een bevrijding of zitten we daar net zo opgesloten als in mijn woonkamer thuis?’
De eerste ochtend
‘Bij zonsopgang lijkt er een ander licht te schijnen; de witte bergtoppen kleuren geel, feloranje en rood, de lucht erboven is een helder, wolkeloos roze, lila en blauw. Imposanter nog is de lichte bolling die als een dikke schuimkraag boven op het landschap in de verte ligt, deels verscholen achter de bergen: ik kijk uit op Svartisen, ‘zwart ijs’, de op een na grootstje gletsjer van Noorwegen. De nieuwbouw in mijn Amsterdamse achtertuin is even heel ver weg, ik leun op de balustrade, adem de koele Noorse zeelucht in en ontspan.’
Het is vreemd, zo een bericht lezen op facebook: ‘probeer eens een eiland’.
De auteur en zijn vriendin gaan er op in, ook al wordt van meet af aan gewaarschuwd dat het niet zo romantisch-rooskleurig maar een hele uitdaging is. Van nieuwe bewoners wordt gevraagd dat ze een meerwaarde bieden, zelfbedruipend zijn (banen zijn er niet) en iets extra bijbrengen aan de gemeenschap. En dat doen ze: lees- en filmavonden organiseren bijvoorbeeld.
Bij het lezen lijk je het zelf mee te maken alsof je er zelf bent. En dat is een compliment voor de auteur! Bijvoorbeeld:
‘Buiten ruikt het naar zomer: de geur van zon op gras en asfalt. Het ochtendorkest van kwetterende, tjilpende en gakkende vogels, inclusief het opmerkelijke gemekker van het sneeuwhoen, een soort nerveus hakkelende scheepshoorn, begeleidt me op mijn wandeling. Langs de hoge, steile rotskust kijken meeuwen en bonte kraaien me na, aan de overkant zwemt een groepje eidereenden en staat een enkele reiger naar het water te staren.’ Je ziet het zo voor je.
Metafoor
‘Er staat een rij bomen in de tuin, parallel aan de weg; een ervan is jaren geleden omgewaaid, de tuin in gevallen, maar een deel van de wortels is in de grond blijven zitten. Als de wind de goede kant op staat, komt de boom soms plotseling overeind, past de kluit aarde eronder weer precies in het gapende gat in de grond, en het is alsof de boom nooit languit op het gazon heeft gelegen.’
Irwan Droog en vriendin verblijven er zes maanden, weg uit hun comfortzone. Zes maanden in een andere wereld – zijn ze weg of zijn ze thuis? – in een andere omgeving, waar het niet alleen het weer is dat de seizoenen aangeeft, niet de namen van de maanden, maar het komen en gaan van de vogels. Waar ze elke avond nog even naar buiten kijken, klaar om de deur uit te rennen, bang dat ze het noorderlicht zouden missen. Ze maken onwennig kennis met de andere eilandbewoners, leren hun familiegeschiedenis. Hoe ze de band met Selvær nooit kwijtraken. Ja, er is warmte te vinden in de poolcirkel.
Escapisme
Wie even weggaat, naar Bodø of Trondheim – naar de film, uit eten, winkelen, wat dan ook, dingen die niet kunnen op Selvær – is blij van even iets anders gedaan te hebben en is vooral blij van terug te gaan. ‘Naar de rust, het geluid van de zee en de wind, naar een haastloos, stressloos, tijdloos bestaan.’
Toch beseft de auteur dat het al bij al een soort bubbel is, een microkosmos waarin ze even kunnen ontsnappen aan de rest van de wereld. Even. Amsterdam lonkt.
Dit is een verhaal dat doet wegdromen: weg uit de dagelijkse sleur en puur genieten van de natuur, de flora en fauna. Irwan Droog beschrijft dat bij momenten poëtisch: het is mooi om lezen.
Het boek is overigens fraai uitgegeven, met een prachtige hardcover en obligate kleurenfoto’s inbegrepen.
________________
Het huis aan het einde – Irwan Droog
Uitg.: Thomas Rap
Hardback – 218 blz – €22,99
isbn: 978 94 004 081 73